“Om te vertragen is er nooit iets beters verzonnen dan wandelen”.
Afgelopen week trok ik mijn wandelschoenen weer eens aan. Actie! Even weg, de buitenlucht in. Bij vertrek twijfelde ik nog even of ik een dun wind-/regenjackje mee zou nemen. Ik koos vóór het jack. En het ging regenen.
De eerste stap is bepalend voor elke wandeling, zonder die eerste kom je nergens. Nooit. Bij iedere stap die volgde op de vorige kwamen er gedachten in mij op. Zo deed de gekozen route (langs een grote vijver/waterplas) me denken aan (uitsluitend) de titel van het prachtige nummer van Matt Simons: “To the water”.
Heel mijn leven al had water (zee, meer, rivier etc.) een grote aantrekkingskracht op mij. Ik word er rustig (van). De schittering van de middagzon op het rimpelige water, de rode gloed van de ondergaande zon op een spiegelglad meer, het rimpelen van het water veroorzaakt door regendruppels, wind die het water opstuwt, het terugtrekken van het water als het eb wordt en het steeds verder opkomen tijdens de vloed, het effect van het zeewater op het strandzand, de zilte lucht van het zeewater, de stroming van een rivier: water doet mij even stil staan, even vergeten, thuiskomen in en bij mijzelf.
Onderweg voelde ik een steentje in mijn schoen. Zo’n klein, scherp en irritant steentje. Bij elke stap aanweziger, pijnlijker. Aangezien ik vaak in metaforen denk, bracht ik dit keer ik mijn gedachten naar het kleine steentje in mijn wandelschoen en vroeg me af:
Wie of wat zijn de steentjes in mijn schoen? Voor wie ben ik zelf een steentje? Welk steentje wordt gaandeweg een blok aan wiens been? Kun je zo’n steentje ontkennen?
Soms gaat zo’n steentje op een plek zitten waar je er geen last meer van hebt. Het is er dan nog wel, maar je “lijdt” er niet meer aan. Een andere keer blijft het steentje zich vervelend “gedragen” en zit er niets anders op dan je schoen uit te trekken en jezelf van het steentje te bevrijden (en andersom). Meestal gooi je zo’n steentje weg, maar in de metafoor kun je het ook bij je houden, op een andere plek, waar het minder pijnlijk is.
Wat begon als een gewone wandeling, veranderde na deze metafoor. De fysieke inspanning bleef onveranderd, maar opeens waren mijn gedachten niet langer leidend en werd de ademhaling mijn anker. De vertraging betrof niet mijn wandeltempo. Nee, de vertraging ontstond in mijn hoofd en had invloed op de snelheid waarmee mijn gedachten kwamen en gingen.
De afgelopen jaren heb ik kennisgemaakt met diverse vormen van mediteren, maar deze vorm van mediteren kende ik nog niet: meditatief (of mindful) wandelen. Fysieke en ritmische inspanning waardoor ik als vanzelf letterlijk en figuurlijk uit de hektiek stapte. Uit mijn hoofd. Louterend. Een mooie aanvulling op mijn vertrouwde “gewone” meditatie.
De andere les die ik leerde tijdens deze wandeling: pas als je de eerste stappen op jouw pad hebt gezet, kun je de eventuele steentjes in je schoen gaan voelen. Ben je bereid te lijden aan die steentjes of gooi je ze snel en resoluut ver van je vandaan? Wil je er iets van leren, wil je het negeren of juist accepteren? Loop je er “doorheen” of “omheen”?
Onderweg stond ik even stil en keek uit over het water. De zon schitterde op het water.
Voelde me kalm. Sereen …… Ik zag. Ik voelde. Ik wist. Het.
Sayang.